alt
play / pauze / stop
{play}images/stories/mp3/2010-08-16-Wetenschappelijke-scheidsrechters.MP3{/play} 
 

Hebt u een wetenschapper als partner? En praat die zo weinig? Dan weet ik een manier om hem aan het praten te krijgen. De toverspreuk is: “Wat zeiden de referees, schat?” Referees zijn scheidsrechters, maar zonder fluitje. Ze krijgen een mail van een wetenschappelijk tijdschrift dat die een artikel hebben ontvangen getiteld zus-en-zo, en of ze dat artikel willen beoordelen omdat ze expert zijn op dat gebied. Peer review, heet dat, oftewel beoordeling door je gelijken. Want deze maand beoordeel ik mijn collega, maar volgende maand beoordeelt zij weer een ander, en misschien mij wel. Dat weet je nooit, want referees zijn anoniem.

Ik referee één of twee artikelen per maand. Het is veel werk en het wordt niet betaald. Maar het is een beetje morele plicht, want zonder peer review staat de wetenschap stil. Alles wat een wetenschapper onderneemt wordt eerst gepeer-reviewed, niet alleen zijn publikaties inclusief zijn proefschrift maar ook subsidieaanvragen voor onderzoek of voor congresbezoek.

Een referee heeft dus macht, want zonder subsidie geen onderzoek en zonder publikaties geen nieuwe subsidies en dus geen carrière. Een referee kan die macht misbruiken. Ik heb zelf wel eens een rapport van een referee gehad waarin het artikel dat we hadden ingestuurd in onvriendelijke bewoordingen geheel werd afgemaakt. Zelf probeer ik mijn beoordelingen altijd zakelijk te houden. Als ik het artikel echt slecht vind, probeer ik me de eerste auteur ervan voor te stellen. Dat is meestal een jonge man of vrouw die pas ingehuurd werd toen het onderzoek al was bedacht. Die heeft er twee jaar keihard aan heeft gewerkt, toen vier maanden geworsteld om dit artikel te schrijven, en die kan nu niet slapen van de spanning over wat de referee zal zeggen. Zo iemand moet je niet alle moed ontnemen. Een andere reden om zorgvuldig te zijn is dat ik niet de enige beoordelaar ben. Er zijn er altijd twee en soms drie of vier. De redactie van het tijdschrift legt die naast elkaar, en dan wil je niet te kijk staan als een kankeraar, en ook niet als iemand die de zwakke punten in het artikel over het hoofd heeft gezien. Die redactie beoordeelt mij dus weer.

Zo is het leven van de wetenschapper: je oordeelt en je wordt beoordeeld. Ik kan er uren over praten.