We hebben de schrik voor de Duitse EHEC bacterie nog in de benen, dus dit is een goed moment om het te hebben over voedselinfecties. Een miljoen mensen per jaar krijgen dat, met de narigheid die daarbij hoort.[1] Diarree dus, of kotsen, of kramp in de buik, of allemaal. Het komt vooral in de zomer veel voor. De meesten gaan er niet mee naar de dokter. Ze zijn een paar dagen beroerd en krabbelen dan weer op. Maar vervelend is het wel.
Hoe zorg je dat je het niet krijgt. Nooit meer taugé eten? Nee, zoiets als die Duitse voedselvergiftiging met besmette taugé is gelukkig zeldzaam.[2] Die honderdduizenden die bij ons de komende maanden een voedselinfectie krijgen die doen dat vaak op bij de barbecue. Veel rauw vlees, iedereen mag met zijn handen aan het eten zitten, en de stemming is geweldig. Dat is die ook bij de Salmonella- en Campylobacter bacteriën, want die komen dankzij die vrolijkheid gemakkelijk van het rauwe vlees via de handen en het brood of de sla in een warme mensendarm terecht. Daar groeit één bacterie binnen de kortste keren uit tot een miljoen. En dan wordt het minder leuk.
Hier zijn een paar simpele trucs om dat te voorkomen.[3] Zet aan beide zijden van de barbecue een tafel. De een is voor vuil, daar gaat het rauwe vlees op. De ander is voor schoon, die is voor het vlees dat gaar is — echt gaar, niet half gaar— en daar staat ook het brood en de sla. Koop een dozijn vleesvorken en een paar barbecuetangen en verdeel die over die schone en de vuile kant. Wie ze verwisselt krijgt straf. Verder moet iedereen met zijn vingers van het vlees afblijven, daar hebt u die vorken voor gekocht. En als u echt fanatiek bent zet u bij de buitenkraan een teiltje, een stuk zeep en een stapel papieren handdoeken, zodat mensen hun handen kunnen wassen.
Al dat hygiënische gedoe klinkt een stuk minder ruig en romantisch dan de barbecue van vorig jaar, maar als je een paar dagen doorbrengt op de WC of hangend over de Wc-pot geef je geen cent meer voor die barbecueromantiek.