Twee weken terug was het Nationale Schoolontbijt. Een half miljoen kinderen kregen ’s morgens vroeg op de basisschool een klassiek Hollands ontbijt geserveerd.

Zelfs in de Statenpassage van de Tweede Kamer stonden eettafels opgesteld. Daar at minister Rouvoet van Jeugd en Gezin samen met twee Haagse schoolklassen boterhammen met appelstroop, een eitje en een tomaat.

Ik deel Rouvoet’s enthousiasme voor het ontbijt. Een gezin dat niet samen eet vind ik geen gezin. Ik was ontzet toen ik ooit bij een Amerikaanse collega thuis kwam en ontdekte dat ze zelden samen aten. Aardige, intelligente mensen, leuke kinderen, maar iedereen at wanneer het hem uitkwam.

Ik heb er ook geen bezwaar tegen dat de producenten van brood, margarine, hagelslag, fruit en eieren dat Schoolontbijt organiseren. Ze maken fatsoenlijke etenswaren en die mogen ze verkopen. Maar ik vind het lastig dat het ontbijt door de wetenschap moet worden afgezegend. Het moet niet alleen lekker en gezellig zijn maar ook enge ziekten voorkomen