NRC Column, 30 Januari 2010

Voor liefhebbers van roomboter is er goed nieuws op komst. Commissies van onafhankelijke experts zeggen weliswaar dat melkvet en dus roomboter het cholesterolgehalte van het bloed verhoogt en daarom niet goed is voor het hart, maar er zijn berichten op komst die zeggen dat dat wel meevalt.

Die berichten komen niet voort uit nieuwe ontdekkingen. Belangrijker is een vergadering van het Global Dairy Platform die in november 2008 plaatsvond in Mexico City. Het Global Dairy Platform is een wereldwijde samenwerking van zuivelindustrieën. Campina is lid, net als Nestlé, Danone, Kraft en Tetrapak (van de melkpakken) en nog meer zuivelondernemingen.[i] Samen verkopen zij voor meer dan 100 miljard dollar per jaar aan melk, kaas, yoghurt, roombater, vla, slagroom en roomijs.  [i] Het imago van melkproducten is belangrijk voor die verkoop. Het Global Dairy Platform wil dat imago verbeteren. Op de vergadering in Mexico werd beslist dat het imago van melkvet prioriteit kreeg.[ii] Doel: “to neutralize the negative impact of milkfat by regulators and medical professionals[iii]Daarmee stelde de zuivelindustrie zich een forse opgave. Melkvet bevat namelijk heel veel verzadigd vet. Alle vetten bestaan uit onverzadigd en verzadigd vet, en van beide word je even dik, maar de effecten op het cholesterol verschillen behoorlijk. Slaolie, zonnebloemolie en sojaolie bevatten vooral onverzadigd vet dat het cholesterolgehalte van het bloed verlaagt, en dierlijke vetten bevatten verzadigd vet dat het cholesterol verhoogt. Melkvet is van de dierlijke vetten het meest cholesterolverhogend, want er zit het meeste verzadigd vet in. Anderhalf keer zoveel als in spek.[iv] Een te hoog cholesterolgehalte in het bloed is een belangrijke oorzaak van hartinfarcten. Vandaar dat 1,6 miljoen Nederlanders cholesterolverlagers slikken.[v] Die verlagen het risico op een hartinfarct aanzienlijk en dus gaan er minder mensen dood; het massale gebruik van cholesterolverlagers is een van de belangrijkste oorzaken van onze stijgende levensverwachting.

Vervanging van vet uit melk en vlees door plantaardige olie doet hetzelfde als cholesterolverlagende pillen, zij het minder sterk. Dat is uitgezocht in de vorige eeuw, in Scandinavië en Amerika. De sterfte aan hartinfarcten was daar toen hoog, net als in andere landen waar veel melkvet werd gegeten.[vi] Om uit te zoeken of melkvet een oorzaak van die hartinfarcten was werd bij proefpersonen gedurende een aantal jaren melk- en vleesvet vervangen door onverzadigde plantaardige olie. De proefpersonen kregen melk, kaas, ijs en worst waarin het vet was vervangen door plantaardige olie, dieetmargarine in plaats van roomboter en vlees zonder vetranden.[vii] Het aantal hartinfarcten nam bij hen af vergeleken met proefpersonen die dierlijk vet bleven eten.[viii] Ook mensen die van huis uit onverzadigde oliën aten bleken minder kans te hebben op een hartinfarct dan mensen die veel verzadigde vetten aten.[ix] Dat soort grootschalige, zorgvuldig uitgevoerde onderzoeken hebben geleid tot wereldwijde adviezen om minder melkvet te eten.

De adviezen van de experts zijn niet gericht tegen melk als zodanig. Melk bevat waardevolle voedingstoffen zoals calcium, B-vitamines en eiwitten. Als je het vet uit de melk haalt hou je die waardevolle voedingsstoffen over in de vorm van karnemelk en magere melk. Maar de Nederlandse koeien produceren ook een half miljard kilo vet per jaar.[x]Het meeste daarvan gaat in kaas, en de rest in roomboter, volle melk, slagroom en roomijs, maar het wordt steeds lastiger om die vetrijke zuivelproducten aan te prijzen als gezond.

Anderzijds zijn er ook factoren die in het voordeel werken van de campagne voor melkvet. Experts hebben minder gezag dan vroeger, en mensen die inenting tegen griep als een samenzwering beschouwen krijgen even serieuze aandacht als officiële deskundigen. Ook het verband tussen cholesterol en hartinfarct wordt door sommige sceptici beschouwd als het product van een samenzwering. De Duitse chirurg Hartenbach bijvoorbeeld betoogt in zijn boek De Cholesterol Leugen dat cholesterol niets te maken heeft met hartaandoeningen. Volgens hem veroorzaakt roken ook geen kanker. Hij heeft van beide geen verstand, maar hoe kan een leek dat weten? Het is toch een dokter? Zoals Hartenbach zijn er meer, en die cholesterolsceptici zijn voor roomboter.

De andere factor die in het voordeel werkt van melkvet is marktwerking. Universiteiten worden voor hun onderzoeksgelden steeds afhankelijker van bedrijven. Dat is prima als bedrijven universitaire wetenschappers betalen voor innovatieve ideeën en die omzetten in nieuwe producten. Maar een professor kan voor een bedrijf ook geld waard zijn vanwege zijn geloofwaardigheid bij het publiek en de autoriteiten. Geneesmiddelenfabrikanten hebben veel geld over voor een positieve uitspraak van een wetenschapper over hun product, of voor een universitair onderzoek met een gunstige uitkomst. Veel universitaire wetenschappers zijn adviseur van geneesmiddelen- of voedingsbedrijven of doen onderzoek dat door die bedrijven wordt betaald. De uitkomsten van dergelijk gesponsord onderzoek vallen voor het bedrijfsproduct meestal gunstiger uit dan onafhankelijk onderzoek.[xi] Daar is geen kwestie van valsheid in geschrifte; een ietsje andere opzet van studie of een ietsje optimistischer interpretatie van de uitkomsten kan het verschil maken.

Ook de zuivelindustrie heeft goede relaties met wetenschappers, en die kunnen zonder probleem studies en publicaties leveren waar het imago van melkvet mee kan worden opgekrikt. Daarbij helpt het dat het imago van vet in het algemeen aan het verbeteren is. Het idee dat je afvalt of minder kans hebt op kanker als je veel koolhydraten eet en zo min mogelijk vet is onjuist gebleken. Het inzicht is terug dat er ook goede vetten bestaan, en dat al die suiker en zetmeel niet zo gezond zijn. Een door de zuivelindustrie gesubsidieerde wetenschapper kan met goed fatsoen de vraag aan de orde stellen of brood belegd met roomboter wel slechter is dan brood met een dikke laag suiker. Zo’n verhandeling wordt door een Public Relations bureau samengevat tot een persbericht met als titel “Roomboter Niet Zo Slecht” en dan is het nieuws en komt het in de krant.

De meeste media bekijken zo’n bericht helaas niet kritisch voor ze het plaatsen. Nederlandse journalisten kijken op tegen geleerdheid en vinden het kennelijk gênant om aan een professor te vragen door wie hij wordt betaald. Bovendien hebben ze een deadline. Bij kritische vragen over relaties met de industrie haakt de professor misschien af, en je hebt zo gauw geen ander. Of nog erger: hij vertelt dat hij jaarlijks een flink bedrag van de betreffende industrie krijgt plus 12 flessen goede wijn met Kerst. Dan kun je met goed fatsoen het stuk niet meer plaatsen, en dan verdien je niks. Geen moeilijke vragen dus, het goede nieuws over roomboter gaat er komen. U weet nu hoe.


[i] 2010 Global Dairy Platform Recruitment.

[ii] Focus op melkvet: zie

Global Dairy Platform - The Platform Newsletter - December 2008
“…members agreed to focus on two areas of critical importance to the industry: nutrient density and milkfat.
What to do about milkfat is one of the most complex and controversial topics for the dairy industry. Now identified as a major priority for Global Dairy Platform, the Milkfat Research Sponsors Group (MRSG) was initiated in Mexico City to find common ground about the role of dairy's saturated fat in cardiovascular disease. Its goal is to neutralize the negative impact of milkfat by regulators and health professionals.”

[iv] Anderhalf keer zoveel verzadigd vet in melkvet als in spek, zie:

NEVO tabel: gemiddelde van boter gezouten en boter ongezouten, 52.95/76.2 = 69% verzadigde vetzuren. Varkensvet uitgesmolten: 47.8/95 = 50%, verhouding 1.38. USDA: 39.2 g verzadigde vetzuren per 100 gram varkensvet (lard), 61.9 per 99.48 gram boterolie, verhouding 1.58. Deense tabel, Buter vs. lard, verhouding 1.52. Gemiddelde: 1.49.

[v] Aantal Nederlanders dat cholesterolverlagende statines slikt zie:

College voor Zorgverzekeringen. Persbericht 09/2009

[vi] Landen waar veel melkvet werd gegeten hadden hoge sterfte aan hartinfarcten zie:

Artaud-Wild SM. ‘Differences in coronary mortality can be explained by differences in cholesterol and saturated fat intakes in 40 countries but not in France and Finland. A paradox’. Circulation. 1993.

[vii] Samenstelling van de diëten zie:

Hissock. E. A palatable diet high in unsaturated fat. J Amer. Diet Ass. 1962.

[viii] Minder hartinfarcten in experimenten waar verzadigd dierlijk vet wordt vervangen door plantaardige oliën zie:

Sacks FM. ‘Randomized clinical trials on the effects of dietary fat and carbohydrate on plasma lipoproteins and cardiovascular disease’.Am J Med. 2002.

[ix] Naarmate mensen meer meervoudig onverzadigde en minder verzadigde vetten eten hebben ze minder kans op een hartinfarct, zie:

Jakobsen MU. Major types of dietary fat and risk of coronary heart disease: a pooled analysis of 11 cohort studies. Am J Clin Nutr. 2009

[x] Nederlandse koeien produceren een half miljard kilo vet per jaar zie:

Produktschap Zuivel, jaaroverzicht 2006, p. 11: Nederlandse melkproductie was 10.7 miljard kg, vetgehalte 4.40%

[xi] Uitkomsten van gesponsord voedingsonderzoek komen gunstiger uit voor het product van de sponsor zie:

Katan MB. Does industry sponsorship undermine the integrity of nutrition research? PLoS Med. 2007