Een maand geleden verscheen onze publicatie over suikerhoudende dranken en overgewicht bij kinderen en stond ons limonadeblikje op de voorpagina van het Wetenschapskatern. Intussen ligt bij ons de champagnefles in de glasbak en houdt de wereld zich bezig met ander nieuws. Er zat zes jaar werk in die studie. Hoe gaat het publiceren van zoiets in zijn werk, en hoe voelt het nu het af is?

De geschiedenis zal leren wat dit onderzoek bijdraagt aan de strijd tegen vetzucht, maar voor mij was het een mooie tijd. Fijne mensen, weinig trammelant met geld en aanstellingen, en de vraag die we probeerden te beantwoorden was veelzijdig en uitdagend. Ik heb vroeger een behoorlijke scholing gehad in wiskunde, thermodynamica en bio-energetica en daar nooit veel mee gedaan, maar ik kon dat nu allemaal goed gebruiken om te snappen hoe mensen dik worden.[1]

Maar onderzoek doen is één ding en het gepubliceerd krijgen een ander ding. Dat is vaak de moeilijkste fase, vooral als je hoog mikt. Iedere beroepsgroep heeft zijn eigen maat voor succes: een sopraan wil zingen in de Metropolitan Opera, een wielrenner wil de Tour de France winnen, en een onderzoeker wil publiceren in een prestigieus tijdschrift. De New England Journal of Medicine is de Tour de France onder de medische tijdschriften,[2] en de competitie is navenant; meer dan 90% van de ingediende artikelen wordt afgewezen. Dit was het tijdschrift waar ik vanaf het begin in wilde publiceren en dat hebben we geweten. Ik heb nog nooit zoveel moeten aanpassen, aanvullen, uitleggen en herzien als voor dit artikel.[3]

De eerste ronde viel niet tegen. Na een half jaar controleren van getallen, analyseren, schrijven, discussiëren en herschrijven was het stuk klaar en stuurden we het op. Zes weken later kwam het antwoord van het tijdschrift. Ze wilden ons artikel niet hebben en ze stuurden rapporten mee met de kritiek van vijf anonieme experts die uitlegden wat er mee mis was. We mochten desgewenst een verbeterde versie indienen maar de redactie garandeerde niets. Mijn jonge collega, die de kar had getrokken, keek sip, maar ik wist dat we de eerste col met succes waren gepasseerd. Dit tijdschrift wijst de meeste artikelen onvoorwaardelijk af; dat we het opnieuw mochten indienen was een goed teken.

We deden de gecompliceerde statistische analyses die de experts hadden geëist en herschreven de publicatie van begin tot eind. Daarbij voel je je soms een halve jurist. Resultaten van onderzoek zijn nooit 100% eenduidig, er zit altijd een stukje interpretatie bij. Hoe ver mag je daarbij gaan? Mogen we hier zeggen: ‘onze gegevens bewijzen, dat...’ of zullen we een stapje terug doen en zeggen ‘onze gegevens suggereren, dat…’? Maar dat klinkt te slap; wat is een Engels woord tussen ‘prove’ en ‘suggest’ in? Herschrijven, weer opsturen, wachten, en weer een afwijzing, maar nu iets aanmoedigender van toon en met iets minder kritiek. En nog eens en nog eens tot er een goedkeuring door leek te schemeren. Ik dronk er met mijn collega een biertje op; champagne durfde ik nog niet aan. Vervolgens kregen we van doen met de taal-en-begrijpelijkheidsredacteur en moesten we ons opnieuw het hoofd breken over hoe we beknopt en toch duidelijk konden uitleggen wat we hadden gevonden.

Het was uitputtend, maar ook wel een warm bad. Een publicatie in de ‘New England’ wordt in de medische wereld gezien als de beste garantie dat iets waar is; zo een publicatie kan met name doorslaggevend zijn voor het succes van een nieuw medicijn en de bijhorende miljardenwinsten. Om zo een prestige te verwerven moeten de competentie en de integriteit van de redactie boven alle twijfel verheven zijn. Hun strenge hand en hun toewijding aan de Waarheid, de hele Waarheid en niets dan de Waarheid waren in het hele proces te voelen. Niet dat die grote woorden ooit worden uitgesproken, o jé nee, dat is niet sjiek. Die normen en waarden worden niet benoemd. Maar het is wel voelbaar, en het is spannend om daar zo dicht bij te zijn.

En toen was na een jaar van geheimhouding het artikel eindelijk openbaar en mocht iedereen weten wat eruit kwam. Dat leidde tot veel belangstelling van de media en felicitaties van collega’s. Het mooist vond ik de reactie van een briljante hoogleraar uit de Verenigde Staten die -- tot vreugde van Coca-cola -- al jaren verkondigt dat er geen verband is bewezen tussen frisdrank en vetzucht. Een dag na het verschijnen van onze studie verklaarde hij tot mijn stomme verbazing dat hij van idee was veranderd.[4]  Gerechtigheid!

Ook de negatieve reacties vielen mee. Eén journalist dacht dat hij het beter wist, en de suikerindustrie was het ook niet met ons eens. Daarentegen kreeg ik nauwelijks hatemails van zoetstoffenhaters. Een mooi vak, wetenschap. Ik kan het u aanraden, tenminste als u zes jaar kunt wachten voor u resultaat ziet.



[1] Katan MB, Ludwig DS. Extra calories cause weight gain--but how much? JAMA. 2010 Jan 6;303(1):65–6.

[2] Het belang en de invloed van een tijdschrift wordt vaak afgelezen aan de Impact Factor. Die geeft aan hoeveel keer per jaar de artikelen in het tijdschrift gemiddeld worden geciteerd in andere wetenschappelijke publicaties. De impact factor van de New England Journal of Medicine is 53. Er is één tijdschrift met een hogere impactfactor maar dat publiceert alleen overzichtsartikelen en geen onderzoeksrapporten. De impact factor van Nature is 36 en die van Science 32. [Web of Science, 2011 JCR Science Edition.]  Zie Wikipedia voor een uitleg van impact factoren en hun tekortkomingen.  

[3] de Ruyter JC, Olthof MR, Seidell JC, Katan MB. A Trial of Sugar-free or Sugar-Sweetened Beverages and Body Weight in Children. New England Journal of Medicine. 2012;367(15):1397–406.

[4] Over de wending in de opvattingen van David Allison zie:

Philadephia Inquirer, How health campaigns are shaking up the soda market. Philly.com/Health, Fri, Oct. 19, 2012, 3:01 AM.
 
“David B. Allison, director of the Nutrition Obesity Research Center at the University of Alabama at Birmingham, has often played a contrarian role on the soda issue, and the industry refers reporters to him for an opposing scientific viewpoint. But he said that two studies published last month in the New England Journal of Medicine led him to conclude there is now sufficient evidence to show reducing consumption of sugar-sweetened beverages will reduce obesity in certain people.
 
Eventually, he said, drinking a soda will be akin to smoking a cigar or not wearing a seat belt.
 
"What I say to my kids" - ages 7, 9 and 12 - "is whenever possible, do not have sugar-sweetened beverages," Allison said. "If you are at a birthday party and the only beverage available is a sugar-sweetened beverage, and you want to be comfortable [in the group], if that happens once a month, it's not a problem." ”
 
 
Huffington Post 21 September 2012.

‘Until now, high-quality experiments have not conclusively shown that reducing sugary beverages would lower weight or body fat, said David Allison, a biostatistician who has done beverage research at the University of Alabama at Birmingham, some of it with industry support.

He said the new studies on children changed his mind and convinced him that limiting sweet drinks can make a difference.’

(http://www.huffingtonpost.com/2012/09/21/obesity-soda-sugary-drinks_n_1904732.html bezocht 19/10/2012)

De uitspraken van Allison lijken in de dagen na 21 september te zijn afgezwakt. Op de website van de Wall Street Journal stond op 21 september: ‘He said the new studies on children changed his mind and convinced him that limiting sweet drinks can make a difference’. Een paar dagen later stond er een meer gekwalificeerde uitspraak. (http://online.wsj.com/article/SB10000872396390444032404578010673486236896.html?mod=WSJ_article_comments#articleTabs=article)

Op Medpage Today stond volgens Tripdatabase

 “These two new studies, especially that of [Ebbeling and colleagues], now provide evidence that reducing sugar-sweetened beverage consumption can help to reduce weight for at least 1 year among overweight or obese children and adolescents who habitually consume sugar-sweetened beverages," he said in a prepared statement.
"The task for future research is to now see if these beneficial effects can be increased in magnitude and duration, and generalized to other populations and circumstances beyond those included in these new studies," he said.

(http://www.tripdatabase.com/doc/1372116-Cutting-Sugary-Drinks-Does-Cut-Weight-Gain#content bezocht 19/10/2012)

Op de Medpage Today site staat echter:

David Allison, PhD, director of the Nutrition Obesity Research Center at the University of Alabama at Birmingham, said during a debate on the issue -- held before the release of the results of the current trials -- that despite the plausibility of a cause-and-effect relationship between drinking sugary beverages and weight gain, the evidence base was lacking to show that reducing consumption of the drinks will reduce obesity.

The trial results, however, changed his mind.

"I think the New England Journal papers tip the needle a little bit," he told MedPage Today. "It's obviously not a 180-degree turnaround, but I think they lend some support to the idea that under some circumstances reducing sugar-sweetened beverage consumption can have a weight benefit for some people.

(http://www.medpagetoday.com/MeetingCoverage/OBESITY/34904 bezocht 19/10/2012)